|
Newsflash |
19 december 2024 |
|
|
|
Actueel en inspirerend hr-nieuws |
Beste,
Wat brengen de laatste dagen van 2024? Het nieuws is vooral te rapen bij de bedrijfswagens. Je mag enerzijds je werknemers met een elektrische bedrijfswagen (of jezelf, als je een elektrische bedrijfswagen hebt) forfaitair terugbetalen voor het thuisladen volgens het CREG-tarief. Anderzijds doet het toenemende aantal elektrische wagens de CO2-referentie-uitstoot dalen, waardoor fossiele wagens weer wat duurder worden voor je werknemers. Ook voor (bijna-)gepensioneerden en studenten is er nieuws. |
|
|
|
Thuisladen elektrische bedrijfswagens: fiat voor forfaitaire terugbetaling |
Dit is de regeling voor 2025 |
Heb je medewerkers met een elektrische bedrijfswagen? Dan mag je je medewerker of jezelf als bedrijfsleider vergoeden voor het thuisladen van hun auto. Een terugbetaling op basis van de werkelijke elektriciteitskosten is de norm. Maar in de praktijk blijkt dat erg moeilijk te becijferen. Daarom zal de fiscus in 2025 een forfaitaire vergoeding aanvaarden: een bedrag per kWh.
De berekening van dat forfait gebeurt volgens de boordtabel van energieregulator CREG. Elk kwartaal geldt er een maximumbedrag per kWh. Dat plafond varieert per regio. Dit zijn de limieten voor het eerste kwartaal van 2025:
• Vlaams Gewest: 28,22 cent/kWh
• Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 32,94 cent/kWh
• Waals Gewest: 32,56 cent/kWh
Als werkgever heb je de keuze: je betaalt het forfait uit naargelang de woonplaats van de individuele medewerker, of je kiest voor één tarief voor al je werknemers. In het laatste geval geldt het laagste van de drie mogelijke bedragen. Opgelet: je keuze telt voor het hele jaar.
Deze regeling geldt vanaf 2025, maar in de praktijk baseren sommige werkgevers zich al op het CREG-tarief voor de terugbetaling van thuislaadbeurten. De fiscus zal zich in deze gevallen soepel opstellen.
Meer weten over de switch naar (groenere) bedrijfswagens?
Onze toolkit legt alles stap voor stap uit. |
|
|
|
|
Fossiele bedrijfswagens duurder in 2025 |
CO2-referentie-uitstoot is bekend |
Je medewerkers betalen een belasting op het privégebruik van hun bedrijfswagen: het voordeel van alle aard (VAA). Dat betaal je ook als bedrijfsleider met bedrijfswagen. De grootte van het VAA hangt onder meer af van de CO2-uitstoot van de wagen.
Omdat elektrische wagens in de lift zitten, daalt de referentie-uitstoot. Dat betekent dat het VAA stijgt, en dus is er iets meer bedrijfsvoorheffing in te houden. En dat voelen werknemers en bedrijfsleiders met een fossiele bedrijfswagen in hun nettoloon. Concreet bedraagt de CO2-referentie-uitstoot voor dieselvoertuigen 59 g/km in het inkomstenjaar 2025. Voor wagens met benzine-, LPG- of aardgasmotoren is dat 71 g/km.
Als werkgever zie je ook de bijbehorende verworpen uitgaven stijgen: een percentage op het VAA. De grootte van dat percentage hangt af van het al dan niet tussenkomen in de brandstofkosten voor het privégebruik.
Opgelet: in de berekening van het voordeel van alle aard speelt ook de leeftijd van de wagen mee. Naarmate de wagen ouder wordt, daalt het VAA. Deze leeftijdscorrectie tempert zo enigszins het effect van de dalende referentie-uitstoot.
Wij nemen deze nieuwe referentiewaarden vanaf 2025 mee in onze berekeningsformules. Je hoeft hiervoor zelf niets te doen. |
|
|
|
Vanaf 2025 is 66 jaar de wettelijke pensioenleeftijd |
Pensioenleeftijd stijgt, maar veel principes blijven gelden |
Voor pensioenen die ingaan vanaf 1 februari 2025, stijgt de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar. Werknemers die voldoende loopbaanjaren op de teller hebben, kunnen nog steeds vervroegd met pensioen. Iemand met 44 loopbaanjaren kan bijvoorbeeld al op 60 jaar met pensioen.
Hoewel de basisprincipes van de pensioenberekening en -bonus blijven gelden, heeft deze verhoging van de pensioenleeftijd gevolgen voor verschillende takken in het sociaal recht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan werkloosheidsuitkeringen en de SWT-regeling. Bied je als werkgever een aanvullend pensioen of groepsverzekering aan? Dan neem je het best even contact op met je verzekeraar om eventuele wijzigingen te bespreken. |
|
|
|
Plafond van 600 uur studentenarbeid: wat in 2025? |
Ga voorlopig uit van een terugkeer naar de regeling van 2022 |
Stel je een student te werk, dan hoef je geen bedrijfsvoorheffing in te houden. Ook de RSZ-bijdragen liggen voor jou als werkgever en voor de student een pak lager. Deze voordelen golden de voorbije jaren zolang de student maximaal 600 uur per jaar werkte.
Omdat er nog geen federale regering is, ziet het ernaar uit dat het maximale aantal werkuren voor studenten in 2025 weer zal dalen naar 475, het oorspronkelijke aantal. Al is het natuurlijk mogelijk dat de volgende regering het plafond van 600 uur toch bevestigt, eventueel met retroactieve werking vanaf 1 januari 2025.
We volgen dit verder op. In tussentijd hou je voor 2025 best rekening met een maximum van 475 uur studentenarbeid. Presteert een student meer uren, dan zijn gewone sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing verschuldigd.
Heb je vragen rond studentenarbeid? Onze FAQ-pagina helpt je alvast op weg. Je kan er bovendien een gratis webinar rond studentenwerk herbekijken. |
|
|
|
|
Nieuwe verplichting voor werkgevers met flexi-jobbers: de gegevensoverdracht |
Flexi-jobbers krijgen een beter zicht op hun inkomsten |
Heb je een of meerdere flexi-jobbers in dienst? Vanaf 1 januari 2025 ben je verplicht de loongegevens van die medewerkers door te spelen aan de RSZ. Dit systeem moet werknemers duidelijker maken hoeveel ze al verdiend hebben via de flexi-jobformule. Dat kunnen ze nagaan via www.mycareer.be. Verdient zo’n werknemer meer dan de jaarlijkse limiet van 12.000 euro aan flexi-loon, dan moet bedrijfsvoorheffing worden ingehouden op de flexi-inkomsten boven dat plafond. De limiet geldt niet voor gepensioneerden die een flexi-job doen.
Heb je flexi-jobbers in dienst en laat je je loonadministratie over aan SD Worx? Dan hoef je hiervoor geen actie te ondernemen. Wij sturen de noodzakelijke gegevens online door naar de RSZ. |
|
|
|
Herinnering: drempelberekening 50 werknemers klokkenluiderswet op 1 januari |
Zo begin je eraan |
Sinds eind 2023 moeten ondernemingen met minstens 50 werknemers een intern meldingskanaal voor klokkenluiders voorzien. Die drempel volgde het ritme van de sociale verkiezingen. Binnenkort niet meer: op 1 januari 2025 moet je de drempel berekenen, en dat voortaan jaarlijks.
Berekening
Op 1 januari tel je voor elke werknemer, leerling (met een leerovereenkomst) en uitzendkracht het aantal dagen in dienst in de vier trimesters van het vorige kalenderjaar. Dat getal deel je door 365 (730 bij werknemers met minder dan 75% van een voltijds uurrooster, want die tellen maar voor de helft). Vervolgens tel je alle resultaten op en check je of je totaal minstens 50 is.
Kom je op 1 januari op 50 of meer medewerkers? We helpen je graag met een handig doe-het-zelfpakket én de veilige digitale oplossing ‘SD Whistle’. Nog meer informatie ontdek je in onze blog. |
|
|
|
|
Outplacement: ontslagen werknemers opnieuw in het zadel helpen |
Een persoonlijke aanpak richting een nieuwe professionele stap |
Herstructurering op komst of achter de rug? In sommige gevallen is outplacement voor je ontslagen medewerkers verplicht, maar het is altijd een goede manier om te tonen dat je een betrokken werkgever bent. Via zo’n traject help je de medewerker om het ontslag te verwerken en de volgende professionele stap voor te bereiden. Een persoonlijke aanpak door de outplacementcoach is de sleutel tot een geslaagd traject. Meer info over outplacementbegeleiding vind je in onze blog.
Op zoek naar begeleiding in je outplacementtraject? Onze coaches bereiden je ontslagen medewerker voor op de volgende fase van hun carrière.
|
|
|
|
|
|
Alle info makkelijk terugvinden: waar kun je terecht? |
|
|
|
|
Privacy Disclaimer Rechtspersonen |